Eu'aggelizo, G2097,
52x [uit G2095 en G32] 1. goed nieuws te brengen. ![]() 2. "evangeliseren." | Eu-aggelistes, G2099, 3x = goed nieuws brenger 3. (vooral) om het goede nieuws van verlossing door Jezus ![]() |
||
o.a. Mattheüs 11:5,
Lukas 4:18, Lukas 7:22 De blinden worden ziende, en de kreupelen wandelen; de melaatsen worden gereinigd, en de doven horen; de doden worden opgewekt, en den armen wordt het Evangelie verkondigd. Lukas 1:19 En de engel antwoordde en zeide tot hem: Ik ben Gabriël, die voor God sta, en ben uitgezonden, ![]() Lukas 2:10 En de engel zeide tot hen: Vreest niet, want, ziet, ![]() Handelingen 10:36 Dit is het woord, dat Hij gezonden heeft den kinderen Israëls, ![]() Handelingen 11:20 En er waren enige Cyprische en Cyreneïsche mannen uit hen, welken te Antiochië gekomen zijnde, spraken tot de Grieksen, verkondigende den Heere Jezus. Handelingen 13:32 En wij verkondigen u de belofte, die tot de vaderen geschied is, dat namelijk God dezelve vervuld heeft aan ons, hun kinderen, als Hij Jezus verwekt heeft. Romeinen 1:15 Alzo hetgeen in mij is, dat is volvaardig, ![]() Rom 10:15 En hoe zullen zij prediken, indien zij niet gezonden worden? ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() Efeziërs 2:17 En komende, heeft Hij door het Evangelie vrede verkondigd ![]() 1Thess 3:6 Maar als Timótheüs nu van ulieden tot ons gekomen was, ![]() Efeziërs 3:8 Mij, den allerminste van al de heiligen, is deze genade gegeven, ![]() ![]() ![]() Openbaring 14:6 En ik zag een anderen engel, vliegende in het midden des hemels, ![]() die op de aarde wonen, en aan alle natie, en geslacht, en taal, en volk; |
||
Euaggelion, G2098,
74x, Engels: the Gospel ![]() 1. (naar behoren) een goed bericht. 2. (speciaal) het goede nieuws van verlossing door Jezus (het Evangelie van Jezus). 3. (ook wel genoemd) het goede nieuws:
|
||
o.a. Mattheüs 4:23 En Jezus omging geheel Galilea, lerende in hun synagogen en ![]() Marcus 1:1 Het begin des Evangelies van JEZUS CHRISTUS, den Zoon van God. Mark 1:14 En nadat Johannes overgeleverd was, kwam Jezus in Galiléa, ![]() Handelingen 20:24 ![]() opdat ik mijn loop met blijdschap mag volbrengen, en den dienst, ![]() om te betuigen het Evangelie der genade Gods. 1Kor 9:18 wat loon heb ik dan? namelijk dat ik, het Evangelie verkondigde, het Evangelie van Christus kosteloos stelle, om mijn macht in het Evangelie niet te misbruiken. 1Kor 15:1 Voorts, broeders, ![]() ![]() ![]() ![]() 2 Korinthiërs 4:4 ![]() opdat hen niet bestrale de verlichting van het Evangelie der heerlijkheid van Christus, ![]() 2Kor 11:7 Heb ik zonde gedaan, als ik mijzelven vernederd heb, ![]() ![]() ![]() Gal 1:11 Maar ik maak u bekend, broeders, dat het Evangelie, ![]() Gal 2:7 Maar daarentegen, als zij zagen, dat aan mij het Evangelie der voorhuid toebetrouwd was, gelijk aan Petrus dat der besnijdenis; Efeziërs 1:13 In Welken ook gij zijt, nadat gij het woord der waarheid, namelijk het Evangelie uwer zaligheid gehoord hebt; in Welken gij ook, ![]() Efeziërs 6:15 En de voeten geschoeid hebbende met bereidheid van het Evangelie des vredes; Efez 6:19 opdat mij het Woord gegeven worde in de opening mijns monds met vrijmoedigheid, ![]() Filippensen 1:7 Gelijk het bij mij recht is, dat ik van u allen dit gevoel, omdat ik in mijn hart houde, ![]() ![]() gij allen, zeg ik, mijner genade mede deelachtig zijt. Kol 1:5 Om de hoop, die u weggelegd is in de hemelen, van welke gij te voren gehoord hebt, ![]() 1Tim 1:11 Naar het Evangelie der heerlijkheid des zaligen Gods, dat mij toebetrouwd is. 2Tim 2:8. Houd in gedachtenis, dat Jezus Christus uit de doden is opgewekt, Welke is uit den zade Davids, naar mijn Evangelie; |