![]() ![]() 1. moeten (omdat het) nodig (is) 2. moeten (bindend, vaststaand, beslist). ![]() |
Mattheüs 16:21;
Lukas 9:22; Marcus 8:31;
Lukas 17:25 Van toen aan begon Jezus Zijn discipelen te vertonen, dat Hij moest heengaan naar Jeruzalem, ![]() ![]() Mattheüs 26:54 Hoe zouden dan de Schriften vervuld worden, [die zeggen], dat het alzo geschieden moet? En Hij begon hun te leren, dat de Zoon des mensen veel moest lijden, ![]() ![]() Lukas 2:49 En Hij zeide tot hen: Wat [is het], dat gij Mij gezocht hebt? Wist gij niet, dat Ik moet zijn in de dingen Mijns Vaders? Lukas 4:43 Maar Hij zeide tot hen: Ik moet ook anderen steden het Evangelie van het Koninkrijk Gods verkondigen; want daartoe ben Ik uitgezonden. Lukas 13:33; Doch Ik moet heden, en morgen, en den volgenden [dag] reizen; want het gebeurt niet, ![]() Lukas 19:5 En als Jezus aan die plaats kwam, opwaarts ziende, zag Hij hem, en zeide tot hem: ![]() Lukas 22:37; Jes 53:12; Mark 15:28; Want Ik zeg u, dat nog dit, hetwelk geschreven is, in Mij moet volbracht worden, namelijk: ![]() ![]() Lukas 24:7 Zeggende: De Zoon des mensen moet overgeleverd worden in de handen der zondige mensen, ![]() Lukas 24:26 Moest de Christus niet deze dingen lijden, en [alzo] in Zijn heerlijkheid ingaan? Lukas 24:44,46; Ps 22:6; Hand 17:3; En Hij zeide tot hen: ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() Johannes 4:4 En Hij moest door Samaria gaan. Johannes 9:4 Ik moet werken de werken Desgenen, ![]() Johannes 10:16 Ik heb nog andere schapen, die van dezen stal niet zijn; deze moet Ik ook toebrengen; ![]() Johannes 20:9 Want zij wisten nog de Schrift niet, dat Hij van de doden moest opstaan. Hand 1:16 Mannen broeders, deze Schrift moest vervuld worden, welke de Heilige Geest door den mond Davids voorzegd heeft van Judas, die de leidsman geweest is dergenen, die Jezus vingen; Hand 3:21 Welken de hemel moet ontvangen tot de tijden der wederoprichting aller dingen, ![]() Hand 17:3 En Paulus, gelijk hij gewoon was, ![]() ![]() ![]() ![]() Hebr 9:26 Anders had Hij dikwijls moeten lijden van de grondlegging der wereld af ![]() ![]() ![]() |
Satan (zal) moeten |
Mattheüs 24:6; Marc 13:7; Lukas 21:9 |
De Apostelen moesten (Heer Jezus) |
Lukas 12:12 Want de Heilige Geest zal u in dezelve ure leren, hetgeen [gij] spreken moet. Handelingen 1:16 Mannen broeders, deze Schrift moest vervuld worden, ![]() ![]() ![]() ![]() Handelingen 1:21 Het is dan nodig, dat van de mannen, die met ons omgegaan hebben al den tijd, ![]() Beginnende van den doop van Johannes, tot den dag toe, in welken Hij van ons opgenomen is, ![]() |
Paulus |
Handelingen 9:6 En hij, bevende en verbaasd zijnde, zeide: Heere, wat wilt Gij, dat ik doen zal? ![]() ![]() ![]() Handelingen 9:16 Want Ik zal hem tonen, hoeveel hij lijden moet om Mijn Naam. Hand 14:22 Versterkende de zielen der discipelen, en vermanende, dat zij zouden blijven in het geloof, ![]() Handelingen 18:21 ![]() Ik moet ganselijk het toekomende feest te Jeruzalem houden; ![]() Handelingen 19:21 En als deze dingen volbracht waren, nam Paulus voor in den Geest, ![]() ![]() ![]() Handelingen 19:36 Dewijl dan deze dingen onwedersprekelijk zijn, ![]() Handelingen 23:11 En den volgenden nacht stond de Heere bij hem, en zeide: ![]() ![]() ![]() Handelingen 26:9 (Hand 8:3; Hand 9:1; Hand 22:4; 1Kor 15:9; Gal 1:13; 1Tim 1:13) Ik meende waarlijk bij mijzelven, ![]() Handelingen 27:24 Want dezen zelfden nacht heeft bij mij gestaan een engel Gods, Wiens ik ben, ![]() gij moet voor den keizer gesteld worden; en zie, God heeft u geschonken allen, die met u varen. Efez 6:20 Waarover ik een gezant ben in een keten, opdat ik in hetzelve vrijmoediglijk moge spreken, ![]() Kol 4:4 Opdat ik dezelve moge openbaren, gelijk ik moet spreken. |
Johannes |
Openbaring 10:11 Gij moet wederom profeteren voor vele volken, en natiën, en talen, en koningen |
kinderen zonen van God |
Luk 15:32 Men behoorde dan vrolijk en blijde te zijn; want deze uw broeder was dood, ![]() Johannes 3:7 Verwonder u niet, dat Ik u gezegd heb: Gijlieden moet wederom geboren worden. Handelingen 4:12 En de zaligheid is in geen Anderen; want er is ook onder den hemel geen andere Naam, ![]() ![]() Handelingen 5:29 Maar Petrus en de apostelen antwoordden, en zeiden: ![]() Romeinen 8:26 En desgelijks komt ook de Geest onze zwakheden mede te hulp; want wij weten niet, ![]() ![]() 1 Korinthiërs 8:2 En zo iemand meent iets te weten, die heeft nog niets gekend gelijk men behoort te kennen. ![]() 1 Korinthiërs 11:19 (Matt 18:7; Luk 17:1; Hand 20:30; 1Joh 2:19;) Want er moeten ook ketterijen onder u zijn, opdat degenen, die oprecht zijn, ![]() 1 Korinthiërs 15:53 Want dit verderfelijke moet onverderfelijkheid aandoen, ![]() 2 Korinthiërs 5:10 Want wij allen moeten geopenbaard worden voor den rechterstoel van Christus, ![]() ![]() Kol 4:5-6 Uw woord zij te allen tijde in aangenaamheid, met zout besprengd, ![]() 1 Thessalonicensen 4:1 Voorts dan, broeders, wij bidden en vermanen u in den Heere Jezus, ![]() ![]() ![]() 2 Thessalonicensen 3:7 (1Kor 11:1; 1Thess 1:6-7; 1Thess 2:10; [1Thess 4:11]) Want gijzelven weet, hoe men ons behoort na te volgen; ![]() 1Tim 3:2 (2Tim 2:24; Tit 1:6; [Tit 1:8];) Een opziener dan moet onberispelijk zijn, éner vrouwe man, wakker, matig, eerbaar, ![]() 2Tim 2:24 (1Tim 3:2;) En een dienstknecht des Heeren moet niet twisten, maar vriendelijk zijn jegens allen, ![]() Hebreeën 11:6 Maar zonder geloof is het onmogelijk [Gode] te behagen. ![]() ![]() ![]() |
Toekomst |
Marcus 13:10 En het Evangelie moet eerst gepredikt worden onder al de volken. Johannes 3:14 En gelijk Mozes de slang in de woestijn verhoogd heeft, ![]() Johannes 12:34 De schare antwoordde Hem: ![]() ![]() ![]() ![]() Handelingen 3:21 En Hij gezonden zal hebben Jezus Christus, Die u tevoren gepredikt is; ![]() ![]() Openbaring 1:1 De openbaring van Jezus Christus, die God hem gegeven heeft, ![]() en die Hij door Zijn engel gezonden, en Zijn dienstknecht Johannes te kennen gegeven heeft; Openbaring 4:1 Na dezen zag ik, en ziet, een deur was geopend in den hemel; en de eerste stem, ![]() ![]() ![]() Openbaring 22:6 En hij zeide tot mij: Deze woorden zijn getrouw en waarachtig; en de Heere, ![]() ![]() 1 Korinthiërs 15:25 Want Hij moet als Koning heersen, totdat Hij al de vijanden onder Zijn voeten zal gelegd hebben. |